Menu Sluiten

Opbrengsten vijf jaar Passend Onderwijs

In 2013 voerden de gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht Passend Onderwijs in. Dit vanuit de visie dat elke leerling recht heeft op een doorlopende schoolloopbaan en ondersteuning waar nodig. Vijf jaar later maken we de (tussen)balans op.

Sterke infrastructuur

De infrastructuur voor Passend Onderwijs en jeugdhulp in deze gemeenten staat; onderwijs en (gespecialiseerde) zorg werken nauw samen en alle scholen zijn toegerust om leerlingen de gewenste ondersteuning te bieden. In vijf jaar tijd is er een sterk netwerk ontstaan waarin scholen betrokken zijn bij de doorontwikkeling van Passend Onderwijs, de samenwerking met de gemeenten en andere samenwerkingsverbanden constructief is en de lijnen kort.

Van kernpartners tot soepele overgangen

Wat zien we in de praktijk?

  • Team van kernpartners per school – Dat bestaat onder andere uit jeugdhulp, een schoolarts en een leerplichtambtenaar. Zij bieden ondersteuning op hoog niveau aan jongeren en gezinnen, maar ook aan de scholen zelf. Bovendien zorgt de aanpak voor meer inzicht in de ondersteuningsbehoeften van leerlingen en voor meer focus op preventie.
  • Plan per leerling met ondersteuningsbehoefte – Het kernteam zoekt – samen met de leerling, ouders en/of verzorgers – naar de beste aanpak en kan maatwerk bieden waar nodig.
  • Alle inspanningen gericht op de schoolloopbaan – Er is ruimte voor flexibiliteit en nieuwe oplossingen, zoals zieke kinderen die via de computer thuis toch mee kunnen doen met een les.
  • Focus op ondersteuning binnen regulier onderwijs – Het kernteam kijkt altijd eerst naar de mogelijkheden binnen het reguliere onderwijs. Het voordeel voor leerlingen en ouders is dat zij dan in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven. Het aanbod aan speciaal voortgezet onderwijs (vso) blijft bestaan voor leerlingen die daar behoefte aan hebben.
  • Tijdelijke voorziening OPDC Utrecht – Leerlingen die tijdelijk niet in het reguliere onderwijs kunnen meedraaien, kunnen naar het OPDC Utrecht (Orthopedagogisch en Didactisch Centrum). Daar krijgen zij onderwijs met met intensieve begeleiding, zodat zij daarna weer terug kunnen naar het reguliere onderwijs.
  • Overgang tussen scholen goed geregeld – Alle leerlingen die overstappen zijn in beeld, plus de risico’s in de overstap. Ook daar is ondersteuning op georganiseerd.

Tevreden?

Deze aanpak heeft geleid tot:

  • Relatief laag aantal thuiszitters (gemiddeld 30) – Landelijk zijn dat er 19.000. En voor de leerlingen die toch thuiszitten is een plan. Soms is eerst jeugdhulp nodig voordat ze terug kunnen naar het onderwijs. Door deze integrale aanpak kan de schoolgang zodanig worden opgebouwd dat het past bij de wensen van leerlingen.
  • Relatief laag aantal verwijzingen naar speciaal onderwijs (3,2%) – Het landelijk gemiddelde is 3,5%. Vso blijft beschikbaar voor leerlingen die daar behoefte aan hebben. Daarnaast kunnen zij vanuit het vso ook eindexamen doen via het OPDC Utrecht.
  • Relatief laag aantal vroegtijdig schoolverlaters in de regio Utrecht – Mede dankzij de goede samenwerking tussen scholen, gemeenten, werkgevers en ondersteuners.
  • Over het algemeen tevreden leerlingen en ouders – Er zijn de afgelopen vijf jaar weinig bezwaarzaken geweest. We proberen altijd in een vroeg stadium met ouders en leerling om tafel te gaan om de best passende plek te bespreken.

Ontwikkelpunten

Zijn er alleen successen? Nee, ook in dit samenwerkingsverband is behoefte aan uitbreiding van expertise en vaardigheden van docenten. Om dat te verbeteren investeren we in scholing en training, maar ook in de ondersteuning van individuele docenten, bijvoorbeeld door experts van het OPDC Utrecht. Ook streven we naar zo min mogelijk bureaucratie en ontwikkelen we nieuwe werkwijzen altijd samen met scholen.

Kortom, leren en verbeteren staan altijd centraal. Ervaringen van leerlingen en ouders stimuleren ons om voortdurend te blijven verbeteren. Door dit goed in kaart te brengen, kunnen wij de samenwerking met en voor leerlingen en ouders continu verder professionaliseren.